Wat is struviet?
Dit zijn kleine kristallen in de urine die als ‘kleine stukjes glas’ de blaaswand kunnen irriteren. Gevolg: pijn bij het plassen, vaak kleine plasjes, bloederige plasjes en/of in huis plassen. Struvietgruis komt vaak voor bij katten.

Hoe ontstaat struvietgruis?
Naast individuele gevoeligheid van de kat voor blaasgruis, heeft voeding een grote invloed op de vorming van kristallen in de urine. Katten met overgewicht en katten met een inactief leven hebben er ook meer kans op.
Soms kan het gruis samenklonteren en een blaassteen vormen. Het komt ook voor dat een kat een blaassteen heeft zonder dat er onder de microscoop kristallen in de urine te zien zijn. Om een blaassteen vast te stellen is meestal een echo en/of röntgenfoto nodig.
Blaasverstopping
Bij katers (gecastreerd en ongecastreerd) bestaat het risico dat er een prop gruis in de plasbuis vastloopt. In dat geval kan de kater niet meer plassen. Zo’n kater wordt ook wel een ‘plaskater’ genoemd. Dit is een levensgevaarlijke situatie: de blaas wordt steeds groter, de druk op de nieren neemt toe en de kat zal zichzelf vergiftigen en in coma raken als er niet snel wordt ingegrepen. Katten kunnen hier zelfs aan overlijden! Daarom is het zeker bij katers met plasklachten heel belangrijk zo spoedig mogelijk een dierenarts te bezoeken.
Als een kater een verstopte plasbuis heeft, wordt deze verstopping onder lichte narcose en locale verdoving met een kleine katheter (=plastic buisje) opgeheven. Vervolgens wordt de blaas gespoeld. Vaak is er ook infuus nodig, altijd worden er ook pijnstillers gegeven.
Behandeling
Struvietkristallen in de urine worden opgelost met een speciaal blaasdieet, op dierenartsvoorschrift.
Geef het dieet heel strikt, geef geen ander voer, geen kattensnoepjes en geen tafelresten.
Deze voeding lost blaasgruis vaak binnen een week op.
Totdat het gruis helemaal is opgelost, blijft er voor een kater het gevaar bestaan dat er (opnieuw) een prop blaasgruis in de penis vastloopt, waardoor hij (opnieuw) verstopt raakt. Blijf dus altijd in de gaten houden dat als hij gaat plassen, er ook echt urine uit komt!
Na 4 tot 6 weken het blaasgruisoplossende dieet gevoerd te hebben, de urine nogmaals te laten controleren. Als de urine schoon is en er geen gruis meer is te zien, dan kan je overgaan op een blaasgruispreventief dieet. Dit dieet geef je in principe levenslang, anders is de kans groot dat het blaasgruis weer terug komt. Ook bij dit dieet niets anders voeren, behalve eventueel blaasgruisvoorkomende snoepjes.
Monitoring en preventie
Minimaal 1 x per jaar verse urine laten controleren is een goed idee. Zo kan je indien nodig bijsturen voordat er problemen ontstaan. In de eerste tijd, is vaker urinecontrole aan te raden: na 4 tot 6 weken, hierna als alles goed is na 3 maanden, vervolgens na 6 maanden. Hierna 1-2x per jaar tenzij er bijgestuurd moet worden, dan is het verstandig minder tijd ertussen te houden om het effect van de behandeling te controleren.
Genoeg beweging, een gezond lichaamsgewicht en voldoende vochtinname helpen om blaasgruis en blaasstenen tegen te gaan. Extra vochtinname kan je bijvoorbeeld regelen door elke dag natvoer te geven met extra water erdoor. En door op meerdere plekken in huis (en tuin of balkon indien van toepassing) bakjes met water te zetten. Elke dag vers water, variatie in smaken water- bijvoorbeeld regenwater of Spa blauw ter afwisseling-dat helpt!
Er zijn brokjes die blaasgruispreventief zijn en ook beperkt zijn in het aantal calorieën. Voer voor het optimale lichaamsgewicht (de dierenarts kan dat helpen bepalen) en weeg het af.