Wat is niesziekte?
Niesziekte is een vaak voorkomende besmettelijke ziekte bij de kat, vooral gezien bij kittens en ongevaccineerde katten. Ook katten die een pension bezocht hebben en katten in een cattery (een fokkerij) of een opvang lopen meer kans op niesziekte. Niesziekte kan acuut zijn maar ook chronisch worden.
Wat veroorzaakt niesziekte?
Meestal wordt niesziekte veroorzaakt door een virus: Herpesvirus of Calicivirus. Ook bepaalde soorten bacteriën kunnen niesziekteverschijnselen geven: de Mycoplasma, Chlamydophila en Bordetella bacterie.
Wat zijn de verschijnselen?
Bij acute niesziekte voelt de kat zich ziek. Niesen, snotteren, oogontsteking (die tot blindheid kan leiden!), keelpijn, zweren in de bek, koorts, benauwdheid, hoesten en kreupelheid behoren tot de mogelijke symptomen. De ernst van de ziekte hangt van veel dingen af: onder andere de leeftijd, de gezondheid en de hoeveelheid afweerstoffen. Soms verloopt de ziekte zelfs dodelijk. Herstel kan weken duren.
Bij chronische niesziekte voelt de kat zich meestal niet ziek. Het snotteren komt steeds weer terug of gaat helemaal niet weg. Herpesvirus blijft in het lichaam aanwezig en kan (net als een koortslip bij de mens) steeds weer de kop opsteken en snotteren en ontstoken ogen geven. Calicivirus kan chronisch ontstoken tandvlees en ontstekingen achterin de bek geven. Dat is pijnlijk en gaat niet vanzelf meer over.
Hoe stel je de diagnose?
Op basis van de verschijnselen. Wil je de precieze verwekker weten, dan is een PCR-test nodig. Eerst neemt de dierenarts een oog- en keeluitstrijkje. In het laboratorium wordt getest op DNA van de bovengenoemde virussen en bacteriën.
Wat is de behandeling van niesziekte?
Acute niesziekte: het virus zal door de kat overwonnen moeten worden. Geef zacht en smakelijk voer zodat de kat blijft eten, of sondevoeding als de kat niet wil eten. Een ontstekingsremmende pijnstiller en ‘stomen’ of neusdruppelen geeft verlichting. Indien nodig geven we infuus, oogzalf en antibiotica tegen bijkomende bacteriën. Antivirale middelen zijn kostbaar en hebben meestal niet veel effect. Van het supplement L-lysine wordt gezegd dat het de virusvermeerdering van het herpesvirus tegengaat. Of dit zo is, is niet onomstotelijk vastgesteld. Kwaad kan het echter niet.
Chronische niesziekte: met een rhinoscoop (een neussonde met camera ingebracht onder narcose) kan gekeken worden of er geen andere oorzaken te vinden zijn. Aan het aangetaste neusslijmvlies kunnen we niets doen, behalve ondersteunende maatregelen. Bij chronisch ontstoken tandvlees als gevolg van het calicivirus helpt het vaak om alle kiezen te trekken.
Voorkomen is beter dan genezen
Iedere kat behoort in ieder geval de basisvaccinaties te krijgen tegen katten- en niesziekte. Meestal geven we die op de leeftijd van 9 en 12 weken en op 12 maanden. Heb je een binnenkat die niet naar het pension gaat? Dan kun je overwegen daarna eens per 3 jaar te vaccineren. Heb je een kat die wel in (indirect) contact komt met andere katten? Dan raad ik aan om jaarlijks tegen niesziekte te vaccineren. Meer informatie over vaccineren vind je hier: https://www.kattendokteraanhuis.nl/informatie/vaccinatie/