Waarom?
Vaccineren beschermt tegen ernstige ziekten die vaak niet goed behandelbaar zijn, zoals kattenziekte en niesziekte.
De meeste kittens zijn de eerste weken van hun leven beschermd door de afweerstoffen die ze met de eerste moedermelk hebben binnengekregen. Als de moederpoes niet of te lang geleden gevaccineerd is, dan is deze ‘maternale immuniteit’ niet of minder aanwezig. Rond de leeftijd van 9 weken zijn deze afweerstoffen meestal verdwenen. Dan is het tijd om het kitten zelf afweerstoffen te laten opbouwen door te vaccineren.
Door het injecteren van een afgepaste hoeveelheid onschadelijk gemaakte ziekteverwekkers, gaat het lichaam afweerstoffen aanmaken. Zodra de natuurlijke ziektekiem binnendringt, herkent het immuunsysteem dit. De kat wordt dan niet of veel minder hevig ziek.
Waartegen?
- Kattenziekte (Parvo-virus, veroorzaakt koorts en bloederige diarree, vaak dodelijk)
- Niesziekte (Herpes- en Calicivirus, kunnen niesen/snot/keelpijn/oogontsteking/zweren in de bek/longontsteking/kreupelheid veroorzaken en chronisch worden)
- Hondsdolheid (Rabiesvirus, niet nodig indien kat in Nederland blijft, verplicht indien kat naar het buitenland gaat, minimaal 21 dagen voor vertrek)
- Bordetella bronchoseptica (een bacterie die luchtwegproblemen geeft, deze vaccinatie is niet standaard maar voor sommige pensions verplicht)
- Chlamydophila (een bacterie die oogontsteking geeft, niet standaard)
- FeLV (katten leukemie virus, in specifieke gevallen, geen standaardvaccinatie)
Wanneer?
- op 9, 12 en in bepaalde omstandigheden ook op 16 weken leeftijd: katten- en niesziekte.
- op 12 maanden leeftijd: katten- en niesziekte
- hierna: voor katten die vaker andere katten tegenkomen is het te overwegen om jaarlijks tegen niesziekte te vaccineren en voor katten die naar een pension gaan is dat zelfs verplicht. Overweeg om katten die niet naar een pension of show gaan en maar weinig andere katten buiten tegenkomen, eens per 2 jaar te vaccineren. Overweeg katten die niet naar een pension gaan en alleen binnenshuis leven, eens per 3 jaar te vaccineren. De bescherming tegen niesziekte is dan gedeeltelijk. Niesziekte wordt ook overgedragen via kleding, handen en schoenen. Vaccinatie tegen kattenziekte is eens per 3 jaar en raad ik aan voor alle katten, deze wordt in combinatie met de niesziektevaccinatie gegeven in 1 prik.
- overige vaccinaties indien nodig: de Bordetella-neusdruppelvaccinatie mag vanaf 9 weken worden gegeven, net als de Chlamydophila en FeLV-vaccinatie. De rabiesvaccinatie mag vanaf 12 weken worden gegeven.
Veiligheid
Vaccins worden uitgebreid getest op veiligheid en werkzaamheid voordat ze door de overheid worden toegelaten. Er is een (zeer) kleine kans op bijwerkingen. Sommige katten zijn kortdurend wat gevoelig en hebben een lichte zwelling op de vaccinatieplaats. Soms heeft een kat wat minder trek en is wat minder actief na een vaccinatie. Dat trekt dan vaak binnen 2 dagen weg. Zeldzaam is een immuunreactie na vaccinatie, waarbij ontstoken gewrichten kunnen ontstaan. Bij de kat is er bij elke onderhuidse injectie een klein risico dat ze een tumor ontwikkelen op de vaccinatieplek: het injection site sarcoma. Dit injection site sarcoma komt bij minder dan 1 op 10.000 vaccinaties voor. Het aan te raden om niet tussen de schouderbladen te injecteren, omdat een tumor daar lastig te verwijderen is.
Meer weten over kattenziekte? Lees dan: https://www.kattendokteraanhuis.nl/informatie/kattenziekte/
Meer weten over niesziekte? Lees dan hier verder: https://www.kattendokteraanhuis.nl/informatie/niesziekte/